Stoïcijnse Baljakin weerstaat aanstormende damjeugd
Schitterend spel, afschuwelijke blunders, hevige tijdnood, opperste extase en diepe smart, het NK dammen had het allemaal. Met als vaste constante de meester der koele berekening: Alexander Baljakin.
HUISSEN – Het is alweer de achtste nationale titel, die de 58- jarige routinier op zijn erelijst bijschrijft. Daarmee treedt hij toe tot een illuster rijtje met oud-kampioenen als Piet Roozenburg, Harm Wiersma en Rob Clerc. De legendarische Cees Keller blijft met dertien Nederlandse titels vermoedelijk onbereikbaar. Maar met de vóór zijn naturalisatie tot Nederlander vergaarde titels in Wit-Rusland én de voormalige Sovjet-Unie laat Baljakin alle collega-grootmeesters ver achter zich.
Baljakins winst in de slotronde op Wim Kalis was kenmerkend voor de stijl van de meester der gelijkmatigheid, zelfbeheersing en koele berekening. Terwijl de explicateurs Ton Sijbrands en Roel Boomstra in de kansrijke stelling naarstig naar een sluitende winst zochten, verwees de Huissenaar met een simpel terugruiltje alle varianten naar de prullenbak. ,,De meeste spelers zijn tegenwoordig theoretisch zo sterk, dat het geen zin heeft ze concrete aanknopingspunten als een voorpost te geven,” verklaarde hij na afloop zijn speelwijze. ,,Mijn doel is ze voortdurend te laten werken, zodat ze uiteindelijk toch een fout maken”. Ook de creatieve Kalis bleek niet bestand tegen de laveerkunst van Baljakin, die eerder in het toernooi op vergelijkbare wijze Rob Geurtsen, Niek Kuijvenhoven, Hein Meijer en debutant Casper Remeijer op het verkeerde been had gezet.
,,Ontzettend knap, zoals Baljakin dat doet”, vond Roel Boomstra. ,,Neem nou die partij tegen Remeijer die verder geen enkele partij verloor. Alleen Baljakin wist in een dun standje vrijwel vanuit het niets met een fraai gambiet toch te winnen.”
Uiteindelijk volstond de plus vijf score ruimschoots voor Baljakin. Toch was het toernooi anders gelopen als drie jonge rivalen hun kansen optimaal hadden benut. De eerste die afhaakte was Martijn van IJzendoorn, die zowel tegen Wim Kalis als Niek Kuijvenhoven de winst vergooide. Halverwege greep de ontketende Wouter Sipma met een glaszuivere hattrick de koppositie. Daarmee dwong de Groninger runner-up Jan Groenendijk tot een ultieme krachtsinspanning. Halverwege dat meeslepende duel volgde Sipma in een razend complexe positie zijn eerste intuïtie. ,,Het bleek de beste keuze, maar ik deed er wel veel te lang over de knoop door te hakken en daarna verloor ik de controle”, verklaarde de Groninger na afloop zijn nederlaag. Sipma kwam de tik niet meer te boven, maar een dag later ging ook Groenendijk hard onderuit, toen hij tegen Anton van Berkel het toernooi wilde beslissen en het deksel op de neus kreeg.
Beslist werd het NK inderdaad, want ondertussen had Baljakin zich na een narrow escape tegen Sipma herpakt en zijn zeges even effectief als stijlvol bijeengeschoven. Uiteindelijk deelden Groenendijk en Sipma op twee punten afstand gebroederlijk de tweede plaats, wat beiden verzekert van de volgende NK finale.
Sipma houdt een goed gevoel aan zijn zevende NK over. ,,Ik ben trots op mijn eerste podiumplek,
heb heerlijk gespeeld, veel kansen gecreëerd en moet aan het eind een groot kampioen voor laten gaan.”
Bert Dollekamp – Dagblad van het Noorden